SAMENWERKING HUISARTS, ARBEIDSARTS & AWELL

Dit artikel is geschreven vanuit de visie van iemand als ik, die in de praktijk werkt aan ‘re-integratie’ en die samenwerkt met huis-, arbeids- en adviserende artsen. Ik ambieer niet het gehele werkdomein en alle partijen in kaart te brengen, noch uitspraken te doen over hoe het beter kan; deze ambitie zou te hoog gegrepen zijn voor deze pragmatisch kijkende arbeidspsycholoog. Het doel van deze tekst is enkel aan te geven welke taken artsen bij re-integratie te vervullen hebben, waar er knelpunten zijn, en vooral hoe het inschakelen van AWELL een antwoord kan bieden.

Corona heeft de accenten binnen het zorglandschap erg veranderd. Re-integratie, of ‘Terug aan het werk na langdurige ziekte’ is wat ondergesneeuwd geraakt, maar is en blijft erg belangrijk : het aantal langdurig zieken is het voorbije jaar immers verder blijven stijgen en intussen overschrijdt het aantal Belgen langer dan één jaar in ziekteverlof het half miljoen! Het opstarten van een re-integratietraject kan een uitweg zijn.

Naast de werknemer en de werkgever kunnen betrokken artsen, dus ook de huisarts, een re-integratietraject opstarten. De huisarts die de patiënt het beste kent en optreedt in diens belang, heeft een cruciale rol in het sensibiliseren van hun patiënt voor re-integratie. Waar het ziekenfonds de procedure pas opstart vanaf de derde maand, kan een medewerker reeds vanaf de eerste dag ziekte re-integratie aanvragen, en het is mijn advies om van die mogelijkheid gebruik te maken en niet te wachten : hoe langer de ziekte-afwezigheid, hoe groter de afstand t.a.v. het werk en hoe kleiner de kans dat de werknemer de weg naar het werk terug vindt; bovendien heb ik ervaren dat adviserend artsen meer krediet en dus ook meer tijd geven aan patiënten die zelf actief stappen ondernemen naar re-integratie.

Voor de opstart van een re-integratietraject kan de werknemer contact opnemen met de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming (EDPB, contactgegevens te vinden in het arbeidsreglement van zijn werkgever). Een huisarts kan na overleg met een patiënt en oordeel dat de patiënt in aanmerking komt voor een reintegratietraject, via e-Forms de nieuwe uitbreiding “re- integratiedossier” open klikken. De tool identificeert de juiste collega-artsen rond de patiënt, terwijl de huisarts dit vroeger zelf te weten moest komen. De huisarts kan meteen aangeven welke mogelijkheden en aandachtspunten er zijn voor de patiënt en een eerste voorstel doen. De arts kan ook een aantal medische elementen, vertrouwelijk en versleuteld, meesturen die enkel kunnen worden geopend door een collega-arts die eveneens geheimhoudingsplicht heeft. Het lijkt er op dat de tool e-Forms vandaag nog niet bij alle artsen is gekend, maar dit zou een tijdelijk iets zijn…

De arbeidsarts die handelt in het belang van veiligheid en gezondheid op het werk, ijvert voor een goede overeenkomst tussen de arbeidsvereisten (fysiek en mentaal) op de werkplaats en de arbeidsmogelijkheden van de werknemer. Deze adviseert om de gezondheid en het welzijn van werknemers te vrijwaren en te bevorderen, werkt voornamelijk preventief, vandaar de titel “preventieadviseur-arbeidsarts”. Gezondheidsonderzoeken in het kader van re-integratie vormen een deel van het werk. De arbeidsarts wordt verondersteld de werkgever en de werkposten goed te
kennen; de wet bepaalt ook dat de arbeidsarts op regelmatige basis de werkplek bezoekt en contact houdt met leidinggevende, HRM en directie; zo zou hij de werkelijke arbeidsomstandigheden kennen.

Dat is echter theorie. De praktijk is dat arbeidsartsen eerder occasioneel, en dan vooral bij grote werkgevers op bezoek gaan, dat terwijl veruit de meeste bedrijven in België een beperkt aantal werknemers hebben (van de 225.000 werkgevers in 2019 waren er 190.000 met minder dan 10 werknemers). Deze bedrijven krijgen jaarlijks slechts een preventieadviseur van de EDPB op bezoek die een rapport opmaakt op basis waarvan de arbeidsarts zich kan informeren.

Bij re-integratie wordt aan de arbeidsarts gevraagd een uitspraak te doen over de tijdelijkheid van de arbeidsongeschiktheid en over de mogelijkheid tot re-integratie. In praktijk is het zo dat arbeidsartsen zich baseren op medische rapporten of contact opnemen met huisartsen die hun patiënt wél kennen. Steeds krijgen langdurig zieken die een gezondheidstoezicht bij re-integratie aanvragen expliciet de vraag om medische verslagen mee te brengen, en regelmatig zelfs de vraag voor een attest waarin de huisarts of de behandelend arts de definitieve arbeidsongeschiktheid
attesteert! Hierbij treed ik zeer regelmatig de huisarts bij met een verslag. Op vraag van de huisarts lever ik informatie aan over mogelijkheden en beperkingen voor de werknemer : ik baseer me dan op gesprekken met werknemer en werkgever. Sommige huisartsen vragen me om zelf een rapport op te stellen voor arbeids- of adviserende artsen met mijn advies t.a.v. re-integratie.
In het kader van re-integratie zijn er nog andere activiteiten die ik onderneem ten behoeve van de patiënt en/of de huisarts :

  1. Ik onderzoek al van in een erg vroeg stadium van de arbeidsongeschiktheid samen met de patiënt welke werkmogelijkheden er nog (gewenst) zijn, bij de huidige
    werkgever of daarbuiten;
  2. Ik contacteer na overleg met de werknemer de werkgever en toets af welke de bereidheid is om tegemoet te komen aan de noodzakelijkheden of wensen van de werknemer; als er signalen zijn dat een verdere tewerkstelling moeilijk wordt geacht, of niet meer wenselijk is, pols ik over de bereidheid om te komen tot een voor de werknemer goede uitdienstregeling; daarbij wordt steeds getracht ook een begeleiding naar een nieuwe job te bekomen.

In mijn praktijk werk als facilitator en coach : ik motiveer mensen, en moedig hen aan te kijken naar wat wél mogelijk is en ik zoek naar oplossingen; ik bezoek werkgevers en probeer werkgever en werknemers samen rond de tafel te krijgen en te zoeken naar een voor beide haalbare oplossing; dat betekent ook meermaals een
uitdiensttreding; ook deze kan positief bekeken worden als een nieuw begin. Recent (uitzending Ter Zake van 27 april) zag ik een getuigenis van enkele langdurig zieken.
Minister Frank Van den Broucke werd gevraagd wat hij eraan deed; hij bracht het  idee ten berde om naast de artsen ook een coach ter beschikking te stellen van de langdurig zieke. Deze zou de langdurig zieke op een pragmatische manier begeleiden naar werkhervatting. “Is dat niet precies wat ik doe?”

Vragen of meer info