Ons land telde in 2018 reeds 415.000 mensen die langer dan één jaar ziek thuiszitten. Het leidt geen twijfel, steeds meer werknemers, zelfstandigen en werkzoekenden kampen met depressie, burn-out, een chronische ziekte of invaliditeit.
En wie niet werken kan, wordt bij vele bedrijven niet meer als “werk-nemer” beschouwd, want: “Iemand die lange tijd niet meer werkt, valt nog moeilijk te re-integreren”, luidt het al snel. Hetzelfde stigma als een langdurig werkloze wordt opgekleefd: de duur van de afwezigheid wordt een negatief criterium om succes van wedertewerkstelling te bepalen, en niet meer de onderliggende reden.
Tijd besteden aan contact met langdurig zieke personeelsleden wordt als verloren tijd beschouwd en vermeden. “Laat die mensen maar op de ziekenkas”. De ziekenkas wordt zoiets als het eiland Molokai: zoals melaatsen te samen op één eiland leefden, zo verblijven de langdurig zieken op de ziekenkas, ver weg van het bedrijf, van de gezonde en actieve medewerkers.
Het geheugen van bedrijven is kort
De voorafgaande jaren met dikwijls goed werk als fijne collega’s raken ondergesneeuwd door de langdurige afwezigheid en misschien zelfs door de moeilijke tijd die er in sommige gevallen aan voorafging. Meestal komt een langdurige ziekte niet plots; veelal gaat een periode van minder en minder goed functioneren al dan niet met één of meerdere korte periodes van ziekteafwezigheid vooraf aan de volledige arbeidsongeschiktheid. Bijzonder jammer is ook dat de goodwill die aanvankelijk bij leiding en collega’s bestond, door de mindere prestaties wordt teniet gedaan. Het opgebouwde krediet is op.
Dat collega’s het veelal beu zijn om in te springen, overwerk te doen, fouten te herstellen etc… is begrijpelijk: de keten is immers zo sterk als de zwakste schakel en de collegialiteit werd zwaar op de proef gesteld. Zeker in geval van psychische aandoeningen of in geval van burn-out bestaat er nog steeds onbegrip en twijfel over de arbeidsongeschiktheid.
Het gebeurt meermaals dat men het thuisblijven beschouwt als de ultieme oplossing uit de impasse. En als de meestal jongere en flexibele vervanger goed in de groep ligt, is de oudere titularis snel “vergeten”.
De afstand tot arbeidsmarkt enorm vergroot
Nee, mezelf vergelijken met pater Damiaan zou te onbescheiden zijn. Ik leef niet tussen langdurig zieken en langdurige ziekte is evenmin besmettelijk. Zoals ik begrip heb voor de werkgever en voor collega’s die geconfronteerd worden door de erg vervelende gevolgen van een langdurige afwezigheid, zo ‘leef ik mee’ met de langdurig zieken: ja, ik begrijp het gevoel van isolement en van zinloosheid bij mensen die niet actief deelnemen aan het economisch leven.
Ook versta ik de ambigue situatie waarin langdurig zieken zich bevinden: aan de ene kant zijn er de financiële zorgen en de bezorgdheid over de toekomst, waardoor je zou denken dat mensen toch aangespoord zouden worden om opnieuw aan het werk te gaan. Maar aan de andere kant is er de grote ontgoocheling in het bedrijf, in de leiding en in de collega’s.
De weinige zekerheid die men heeft, wil men niet ook nog verliezen: langdurig zieken zijn bevreesd om bij een poging om het werk te hervatten de invaliditeitsuitkering te verliezen en de steun binnen het nieuw opgebouwd netwerk met andere niet-werkenden. En bovenal: het zelfvertrouwen werd geheel ondermijnd en is veranderd in een ‘verlammende’ twijfel aan zichzelf ! Niet te verwonderen dat de afstand tot arbeidsmarkt enorm vergroot is na een tijd thuiszitten.
Een lans breken voor re-integratie
Zoals Pater Damiaan de melaatsen opnieuw zin gaf aan het leven, zoals hij hun eigenwaarde heeft opgekrikt, zo werk ook ik aan het zelfvertrouwen. Ook al zijn bepaalde activiteiten niet meer nodig en is er een handicap, er blijven nog steeds andere positieve elementen over: vele langdurig zieken beschikken over meerdere jaren ervaring in het bedrijf en hebben kennis opgebouwd niet alleen van je eigen onderneming, de producten of diensten, de collega’s en leidinggevenden, maar ook van klanten en leveranciers.
Ook help ik werkgevers om het contact met de langdurig zieke te herstellen. Dat het niet makkelijk is, is geen reden om het niet te doen. Mijn advies is: toon je betrokkenheid en bekommernis! Aandacht geven is al voldoende om de eigenwaarde te doen stijgen.
Aan re-integratie zijn ook voor het bedrijf voordelen verbonden: na een gelukte re-integratie beschik je over een werknemer die je dankbaar is en nadien nog loyaler zal zijn. Een werknemer die met een gezondere, evenwichtigere mentaliteit werkt, is niet alleen een betere werknemer. Hij of zij kan ook voor andere werknemers een voorbeeld zijn.
Als je laat zien dat je écht inzit met het welzijn van de getroffen werknemer zullen ook de andere collega’s daar kracht uit putten. Je geeft een duidelijk signaal dat je niemand laat vallen. En loyauteit is erg belangrijk op de werkvloer.
Ook als we re-integratie met een louter zakelijke bril bekijken, is re-integratie gunstig. De opleidingskosten van een nieuwe werknemer liggen namelijk veel hoger dan de re-integratiekosten, die in de meeste gevallen door de overheidspremie (VOP-subsidie) kunnen worden teruggevorderd. De werknemer di een tijdje out was, kent de werkwijze van het bedrijf en zal zich na zijn ziekte snel weer nuttig kunnen maken. Bovendien is het helemaal niet zeker dat je wel een nieuwe werkkracht vindt. De concurrentie op de arbeidsmarkt is groot, en daar heeft de coronacrisis voorlopig niets aan veranderd.